Haspengouwse slakken - Velm
Ons park
Voordat ik aan mijn park begon heb ik eerst behoorlijk wat research gedaan op het internet. Ik wilde zeker zijn dat ik geen beginnersfouten zou maken die eenvoudig te vermijden waren geweest. De jonge slakjes werden besteld bij een kweker in Frankrijk en zouden toekomen in de eerste week van mei. Ik had een plan gemaakt op papier en twee omheiningen voorzien binnen het park, ééntje voor de gros-gris en de ander voor de petit-gris die ik besteld had.
Met een volgeschreven boodschappenlijstje begon ik materialen te zoeken en kon ik langzaamaan het ene na het andere item van mijn papiertje schrappen. De meeste zaken kon ik tweedehands op de kop tikken of nieuw aan een voordeligere prijs op internet bestellen. Houten planken kon ik naar believen vinden tussen het afvalhout bij mijn werkgever. De stapel materialen in mijn garage werd groter en groter: planken, palen, netten, touwen, worteldoek, nagels, schroeven, bindbantjes, zaadgoed, watertonnen, waterslangen, sproeiers, waterpompen en nog een hele reeks andere dingen. Alles stond klaar, nu dus wachten tot het weer een beetje beter en warmer zou worden om het stuk wei om te frezen en in te zaaien.
Half maart was het zo ver. Indien de te zaaien gewassen groot genoeg moesten zijn bij aankomst van de slakjes dan kon ik niet meer langer wachten. Een nieuwe draad werd gespannen voor het paard dat de grootste tijd van het jaar in deze wei mag rondlopen. Een hydraulische freesmachine werd gehuurd en het kostte me een hele dag om dit stukje wei te bewerken. Al jaren hadden varkens en nadien het paard deze grond aangestampt, dus ik was blij op het einde van de dag dat het eindelijk gedaan was.
Een slakkenpark
Als er over een slakkenpark gesproken wordt moet je niet noodzakelijk gaan denken aan grote oppervlakten en dure installaties. Escargots kan je kweken en grootbrengen op zelfs enkele vierkante meter of nog minder als je het aantal slakken niet gaat overdrijven. Het is zelfs mogelijk om ze in een terrarium te plaatsen en als huisdier te houden. Op zich stellen de diertjes niet al te hoge eisen. Je kan ze zelfs gerust enkele dagen vergeten eten of water te geven, ze gaan dan gewoon in rusttoestand.
Hygiëne is wel belangrijk. Uitwerpselen verwijderen of substraat nu en dan vernieuwen en het voorkomen van schimmelvorming, veel meer is er niet te doen naast het voederen en water geven.
Is een terrarium te klein en zie je het wat groter dan kan je in je tuin op één m² gemakkelijk 250 gros-gris of zelfs 350 petit-gris houden. Indien je ze in een afsluiting op volle grond zet dan zorgen de regenwormen voor de afvalverwerking, kan je gemakkelijk plantjes zaaien of planten en is bewateren geen te grote knoeiboel.
Je hoort het, een slakkenpark kunnen 4 planken zijn met bv. een vliegengaas deksel om het ontsnappen te voorkomen of kan gaan tot serres of voetbalveld grote installaties.
Je bent dus al héliciculteur als je met enkele slakken gaat kweken. Geen gesukkel met heb ik nu wel een vrouwtje en mannetje, zet er twee van dezelfde soort bij elkaar in het voorjaar en je krijgt gegarandeerd eitjes en jonge slakjes.
Watertonnen dienen voor opvang van regenwater want slakken houden van vocht dus er moet regelmatig beregend worden.
Een interne omheiningen werd aangebracht om twee aparte percelen te bekomen. Een net van 75 cm hoog werd geplaatst, uitgerust met een flap die als hindernis dient (gelijk een Italiaans net).
De grond werd ingezaaid met koolzaad, spinazie, warmoes en klaver. Nu kon ik aan de afrasteringen beginnen. Met worteldoek werd een tochtscherm gemaakt dat tevens diende om ongedierte allerhande buiten te houden. Over het geheel bevestigde ik een net om te voorkomen dat vogels zich tegoed zouden doen aan de kleine slakjes.
Na verloop van tijd werden ze weer zichtbaar omdat ze tegen dan al een stuk groter geworden waren. Tijd om schaduwplanken tegen de voederbanen te zetten om ze zo beter tegen de zon te kunnen beschermen en ze na verloop van tijd de mogelijkheid te geven om langs hier op de voederplank te geraken waarop ik ze dan bijkomend slakkenmeel kan geven. Als ze piepklein zijn hebben ze genoeg aan wat groen maar hoe groter ze worden des te noodzakelijker is het om bijkomend te voederen en zo de groei te versnellen.
Tijd voor de oogst. De grootsten waarvan de rand van de mantel al omgekruld is (bordé in het Frans) zijn volwassen en zullen niet meer verder groeien. Deze kunnen al geraapt worden en zijn dus rijp voor consumptie. Eerst moeten ze echter nog een weekje vasten in een aparte kooi om zo hun darmkanaal leeg te maken. Een dagelijkse douche zorgt ervoor dat de uitwerpselen verwijderd worden. Eenmaal deze stap voorbij is zijn ze klaar om naar de keuken te gaan.
Bijkomend nog een elektrische hindernis met 4 draden die moeten voorkomen dat de slakken ontsnappen. Het net werd 10 cm ingegraven om ze ook niet de kans te geven er onderdoor te glippen.Met worteldoek werden ook enkele paadjes gemaakt om tijdens de kweek gemakkelijk het park te kunnen inspecteren en eventuele indringers te verwijderen zonder per ongeluk de slakken plat te trappen. Vervolgens heb ik
voederplanken aangebracht die 50 cm boven de grond hangen en die zodoende ook als steun kunnen dienen voor de schaduwplanken die er nadien tegengeplaatst zullen worden.
Het park was op tijd klaar om op 12 mei de minuscule slakjes uit te zetten die per koerier waren toegekomen. Slechts 2 tot 3 mm groot zaten er meerdere duizenden bij elkaar in elk van de kleine houten doosjes.
Eenmaal de doosjes geopend en in het groen geplaatst begon een bedrijvigheid van jewelste. Stilletjes aan geraakte het doosje leeg en toen ze zo goed als allemaal in de bladeren van het groen verdwenen waren stelde ik mij de vraag of alles wel goed zou gaan in de komende weken en maanden. De eerst volgende dagen ging ik regelmatig tussen de planten kijken en nu en dan vond ik een slakje. Tussen de vele blaadjes hadden ze natuurlijk genoeg voedsel maar ook voldoende beschutting en omdat alles dicht op elkaar gepakt stond was het niet makkelijk om ze te vinden.
Overdag schuilen ze onder de planken en in het groen maar na een goede plensbui overdag kan je ze in grote aantallen zien rondkruipen. ’s Nachts komen ze te voorschijn om hun buikjes vol te eten en de voederplanken zijn dan in een mum van tijd leeggegeten.
Ze worden zienderogen groter en er is steeds minder plaats op de voederplanken voor elk van hun. Ze hebben schijnbaar geen last van de drukte want ze kruipen op en over elkaar om aan het voedsel te geraken of om een slaapplaatsje te vinden. Regelmatig moet ik een plank bijplaatsen of er eentje gevuld met slakken naar een andere kant van het park brengen waar het iets minder druk is.
Wist je dat...
In Kazachstan gebruiken ze een dierenriem zoals in China. De Chinese draak is echter vervangen door de slak (ulu). 2000 was het jaar van de slak in Kazachstan. De volgende jaren van de slak zijn 2012, 2024, 2036 en telkens 12 jaar verder.
In 2015 werd het record van de kleinste landslak verbroken. Het nieuwe micro slakje werd gevonden in Borneo. Het kreeg de naam Acmella nana en meet 0,7 mm.
De grootste landslak is de Afrikaanse Achatina achatina. Het grootste exemplaar tot nu toe gevonden woog 900 gram, was 39,3 cm lang en had een huis(je) van 27,3 cm lang.
Voordat ze geconsumeerd kunnen worden zullen er echter nog enkele uurtjes verlopen voor het reinigen, het koken en de uiteindelijke presentatie van deze lekkernijen.
Vetarm
Slakken bevatten weinig vet (voornamelijk meervoudig onverzadigde vetzuren), zijn koolhydraatarm en suikervrij. Ze zitten vol met eiwitten en zijn rijk aan magnesium, ijzer, fosfor en kalium. Daarnaast bevatten ze stoffen die bevorderlijk zijn voor de hersenen en je slaapritme. Hierdoor is het een ideaal product voor elk dieet.
Voedingswaarde per 100 gram.
voedingswaarde 82 kCal
voedingswaarde 343 kJ
water 79 g
vetten 1,0 g
verzadigde 0,3 g
enkelv.onverz. 0,3 g
meerv.onverz. 0,1 g
cholesterol 0 g
koolhydraten 2,0 g
suikers 0 g
vezels 0 g
eiwitten 16,0 g
ijzer 3,5 mg
magnesium 250 mg
calcium 90 mg
Slakkenslijmcrème
Slakkencrème wordt inderdaad gemaakt van écht slakkenslijm. Slakkenslijm is een ingewikkelde mix van eiwitten, allantoïne, elastine en glycolzuur.
Een belangrijk ingrediënt van slakkenslijmcrème of gel is allantoïne. Deze stof komt in de natuur veel voor, onder andere in smeerwortel en in tarwe. Allantoïne wordt overigens in veel huidverzorgingscrèmes gebruikt die je in speciaalzaken kunt vinden. Van deze stof is al heel lang bekend dat deze de huid kan herstellen.
Een andere werking van slakkenslijmcrème zit hem in het glycolzuur waardoor de huid licht gepeeld wordt (ontdaan van oude huidcellen), met als gevolg dat nieuwe cellen worden aangemaakt wat de huid vernieuwt.
De oude Grieken gebruikten slakkenslijm om hun lichaam en gezicht in te smeren en Chileense arbeiders die slakken verscheepten naar Frankrijk zagen dat hun handen er zachter en jonger uitzagen en dat wonden genazen. In Japan en China wordt de slak nog steeds als behandeling gebruikt. Men laat de diertjes een bepaalde tijd over de huid kruipen en het geconcentreerde slijm en zijn bestanddelen zullen zo worden opgenomen.